Nieuws
De gevolgen van het adviesrapport van de commissie-Van Rijn
De afgelopen maanden is er veel aandacht in de media besteed aan het adviesrapport van de commissie-Van Rijn over de bekostiging van hoger onderwijs en onderzoek. Concreet luidt het advies van de commissie aan minister Van Engelshoven om zo’n 100 miljoen euro over te hevelen van de alfa-, gamma- en medische studies naar de bètawetenschappen. Als dit advies wordt aangenomen, dan zullen op de geesteswetenschappen structureel tientallen miljoenen euro’s worden gekort. De genoemde reden voor de overheveling is aansluiting op de recente behoeften van het werkveld.
Bron foto: www.commissievanrijn.nl
Meerwaarde op de arbeidsmarkt
Zowel binnen universiteiten als in de maatschappij in zijn geheel is het rapport niet onopgemerkt gebleven. Een veelgehoord argument tegen de aanbevelingen uit het rapport is dat er juist wel behoefte op de arbeidsmarkt zou zijn aan mensen met een achtergrond in andere disciplines dan de bètawetenschappen, bijvoorbeeld de bestaande behoefte aan taal- en cultuurexperts. Zo wees het Expertisecentrum Literair Vertalen er onlangs op dat er onvoldoende talenstudenten worden opgeleid om in de vraag naar vertalers te voorzien. Ook het lerarentekort bij de talen in het voortgezet onderwijs laat zien dat er behoefte is aan mensen met universitaire kennis van talen en culturen. Daniël Kregt, docent nieuwe geschiedenis, benadrukt in Het Parool dat geesteswetenschappers op diverse plekken terechtkomen en over belangrijke vaardigheden beschikken die goed van pas komen op de arbeidsmarkt.
De wetenschappen vullen elkaar aan
Een ander relevant argument is dat van de actiegroep WOinActie, waarbinnen werknemers en studenten van de veertien Nederlandse universiteiten zich verenigd hebben. Deze actiegroep heeft een dringende brief opgesteld om de Commissie Onderwijs te wijzen op de schadelijke gevolgen van hun plannen. De actiegroep benadrukt dat de verschillende wetenschappen de afgelopen jaren meer verweven zijn geraakt in onze complexe maatschappij. Een implementatie van het adviesrapport zou dan ook grote gevolgen kunnen hebben voor onder meer het onderwijs, voor de uitwisseling van kennis en voor de Nederlandse samenleving als geheel.
Ook hoogleraar Marleen Kamperman, zelf chemicus, benadrukt het belang van onder meer de geesteswetenschappen: “Alfa’s, bèta’s, gamma’s: we vullen elkaar aan en hebben elkaar keihard nodig.”
Zorgen over de toekomst van de wetenschap
Vandaag, op 4 juli 2019, wordt in een Tweede Kamerdebat besloten of het advies van commissie-Van Rijn wordt overgenomen. Diverse Nederlandse universiteiten hebben al te kennen gegeven het voorstel niet te zullen overnemen. Wel spreken de universiteiten hun zorgen uit over de toekomst van de wetenschap. Het blijft nog maar de vraag hoe het universitair landschap er over een paar jaar zal uitzien.
terug